Budo
Budo is een in Nederland vrij onbekend begrip, waarmee in Japan wordt bedoeld alle gevechtskunsten met eengemeenschappelijke geestelijke achtergrond, nl. het DO? begrip, als de weg naar lichamelijke en geestelijke balans. Deze weg voert via lichamelijke oefening naar geestelijke rijping. Daardoor behoren de budosporten in wezen fundamenteel te verschillen van andere sporten.
Men kan ze in twee groepen verdelen, nl. ongewapende en gewapende gevechtskunsten. Tot de eerste behoren ondermeer judo, karatedo en tot de tweede bijvoorbeeld disciplines als iaido, kendo, kyudo, e.a.
Budo en bu?jutsu zijn beide begrippen afkomstig uit de Japanse cultuur die vereenvoudigd gesteldtot1868bepaald werd door krijgskundige tradities. Invloeden, gewoonten en daden der bushi/buke (de Japanse krijgsadel).
Het zijn verzamelnamen voor een aantal trainingsvormen die met de eerste lettergreep de aard of de kenmerkende technieken ervan aanduiden en die met de tweede lettergreep aangeven dat het gaat om een do? of jutsuvorm.
Wij kennen namelijk bu?jutsu en budo. In het Engels komt men beide begrippen tegen als: resp. “martial art” en “martial way”.
Het budo komt uit het bu?jutsu voort en hoewel het veelal de technieken gemeen heeft, verschilt het toch zoveel van het bu?jutsu dat het zich tot een eigen vorm heeft kunnen ontwikkelen.
Bekende vormen zijn:
· ju-jutsu
· ken-jutsu
· iai-jutsu
· bu-do
· ju-do
· ken-do
· iai-do
Ter verduidelijking nog:
bu = krijg/strijd/oorlog jutsu = kunst/techniek
do = (de geestelijke) weg
Door de lange periode van vrede en binnenlandse stabiliteit gedurende de Edo?periode (1603?1867), afgedwongen door de shogun (militaire dictators) van de machtige Tokugawa-clan, ontstond er in Japan een tijdperk van relatieve rust.
De kaste der bushi (ridders) werden door allerlei regels en verplichtingen in hun zelfstandigheid beperkt en door de intensivering van het hofleven ontstond er op het gebied van de waardering van de eigen vaardigheid en deugden der bushi een toenemende accentverschuiving van de praktische naar de meer spirituele kant van de krijgskunsten.
Bovendien gingen de bushi (vanwege de isolationistische politiek van de shogun alle contacten met andere landen ontbraken) hun dagelijkse training in zelf? (lees groeps?) protectie meer en meer zien als een individuele verplichting.
Een regelmatige training die steeds minder gericht was op de praktijk van het slagveld, en waarbij het accent steeds vaker kwam te liggen bij ‘trainen omwille van discipline, (geestelijke) gezondheid en zelfperfektie’.
De techniek van de krijgskunst werd zo van doel op zich een middel tot een hoger doel (een sterker mens en beter lid van de gemeenschap worden). Een ontwikkeling die nog eens werd versterkt doordat allerlei religieuze filosofieen (zen?boedhisme, shintoisme en/of varianten hiervan) de bushi de ideële rechtvaardiging gaven voor hun spartaanse trainingsmethoden.
Hier vinden we de basis voor veel relatief moderne vormen van Japanse gevechtskunsten die we bu?do (martial way) noemen.
We stellen jutsu?vorm tegenover do?vorm en we vergelijken:
Bu jutsu
Een combattief systeem van vaardigheden ontworpen dóór en vóór krijgslieden voor het slagveld en ter zelfprotectie (ontstaan ± 900 na Chr.).
Kenmerken
· centraal staat de zelf?protectie;
· in wezen defensief;
· aristocratische organisatie met sociaal horizontale structuur
Accenten op
· effectiviteit (techniek is doel);
· (zelf)discipline;
· morele vorming
Budo
Vorm ontwikkeld uit het bu?jutsu die met gebruikmaking van dezelfde wapens en trainingsmethoden streeft naar zelf?realisatie en zelf?perfectie (vanaf 1600 na Chr.)
Kenmerken
· centraal staat de zelf?perfectie;
· opvallend is dat men vindt dat deze alléén door lichamelijke training is te bereiken;
· de techniek wordt middel;
· niet wedstrijd?gericht;
· sociaal vertikale structuur
Accenten op
· de mentale vorming;
· de (zelf)discipline;
· de esthetische vorm, met aandacht voor houding en expressie.
Het was niet zo vreemd dat deze transformatie naar de budovorm kon plaats vinden, want in Azië en met name in India, China en Japan ontwikkelde zich de lichamelijke oefening al veel vroeger dan in Europa tot een lichaamscultuur met een geheel eigen karakter waarvan de leidende gedachten tot op heden bewaard zijn gebleven.
Wat deze lichaamscultuur van alle andere in hoge mate doet verschillen is haar niet?agonale gerichtheid (Agon = wedstrijd) en haar (soms) niet?rationele instelling.
Terwijl dus de antieke (Griekse) en de moderne sport sterk door het wedstrijdidee wordt gekenmerkt worden, ligt in veel oosterse ‘gevechtssport’ het zwaartepunt op de spiritueel, vormende waarde.
Het gegeven dat ‘krijgskunst’ en ‘levenskunst’ elkaar niet uitsluiten, zelfs zeer wel in elkaars verlengde kunnen liggen, is hier geschetst aan de ontwikkeling van het Japanse ‘bu-jutsu’ en ‘bu-do’, maar vindt ongetwijfeld veel herkenning bij beoefenaren en historici van andere oosterse gevechtskunsten.
· Reid, H & M. Croucher, The Way of the Warrior. The Paradox of the Martial Arts,London, 1995 (1983)
· Velte, H., Budo?Lexikon; 1700 Fachausdrücke fernöstlicher Kampfsportarten, Niedernhausen, Falken, 1980